Vakinformatie
Opleiding
|
Maatschappelijke Zorg
|
Locatie
|
ALX, BBL, KJW, RSS, SLP, TBL
|
Crebo
|
AMGGZ 25474
BGZ 25475 BSD 25476 PBGZ 25477 PBSD 25478 TB 25479 |
Cohort
|
2018-2021
|
Schooljaar
|
2018-2019
|
Semester
|
1
|
Inleiding
Mensen communiceren de hele dag door. Het gaat daarbij om allerlei informatie over belangrijke en minder belangrijke zaken. Mensen praten en luisteren de hele dag door. Ze vertellen elkaar feiten en geven hun eigen meningen. Mensen babbelen, spreken, argumenteren, vergaderen, redeneren, onderhandelen, discussiëren – om maar een paar voorbeelden te geven.
Het is belangrijk in het werk om je cliënten te begrijpen en andersom; zij moeten jou ook begrijpen. We gaan dan ook eerst bekijken hoe communicatieprocessen verlopen. Daarna gaan we verschillende soorten gesprekken oefenen.
Alledaagse gesprekken voeren (praten over koetjes en kalfjes) doen we allemaal. Je hoeft er niet echt over na te denken….. totdat je stage loopt. Alledaagse gesprekjes met cliënten zijn dan ineens een bron van informatie over deze persoon. Wat houdt hen bezig? Waar denken ze aan? Welke wensen hebben ze? Welke gevoelens spelen er? Door alledaagse gesprekken te voeren leer je de cliënt kennen en kan er een vertrouwensband ontstaan.
In het werk ben je begeleider/coach van cliënten. Dat betekent dat je soms slecht nieuws zal moeten vertellen (aan de cliënt zelf of aan andere betrokkenen, zoals ouders). Dat doe je natuurlijk niet plompverloren; dat doe je weloverwogen in een gesprek. Ook voer je informatieve gesprekken en helpende gesprekken.
In semester 1 gaan we al deze gesprekstechnieken oefenen en toepassen.
Plaats in de opleiding
Dit vak bouwt voort op de volgende vakken:
N.v.t.
|
Dit vak bereidt de student voor op de volgende examens:
B1-K1-W1
|
Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt
|
B1-K1-W2
|
Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging
|
B1-K1-W3
|
Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden
|
B1-K1-W4
|
Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding
|
B1-K2-W1
|
Werkt aan de eigen deskundigheid
|
B1-K2-W2
|
Werkt aan bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
|
Leerdoelen
1
|
De student benoemt het verschil tussen communicatie en interactie
|
2
|
De student benoemt verschillende vormen van communicatie
|
3
|
De student legt het belang van de context uit bij communicatie
|
4
|
De student legt uit wat communicatiestijlen en –patronen zijn
|
5
|
De student voert sociale vaardigheden uit
|
6
|
De student kan sociaal vaardig optreden in functionele contacten
|
7
|
De student kan gesprekstechnieken toepassen
|
8
|
De student kan directieve en non-directieve vaardigheden toepassen (begeleidingsmethodieken)
|
9
|
De student omschrijft de invloed van een andere(culturele) achtergrond op de communicatie
|
10
|
De student omschrijft de rol van communicatie bij conflicthantering
|
Studiebelasting
Studiepunten
|
3,5
|
Aantal lessen per week
|
3
|
Totaal aantal SBU
|
70
|
BOT
|
45
|
BOA
|
2,25
|
OU
|
22,75
|
Opbouw semester 1
Semester 1 is als volgt opgebouwd.
Na de Introweek krijg je gedurende 9 weken les in Communicatie. Elke 3 weken staat een nieuwe, overkoepelende casus centraal.
In week 11 vindt de formatieve toetsweek plaats. De toetsen die je maakt, hebben als doel om jezelf en je docenten inzicht te geven in waar je op dat moment staat. Voor deze toetsen ontvang je geen studiepunten.
In week 12 tot en met week 17 vervolg je de lessen Communicatie. Nu staat er elke 2 weken een nieuwe, overkoepelende casus centraal.
In week 18 vindt de toetsweek plaats. De toetsen die je maakt, hebben als doel om een vak af te sluiten. Voor deze toetsen ontvang je – als je het vak hebt behaald - studiepunten.
In week 19 volg je de Module voorbereiding BPV.
In week 20 ontvang je feedback op de gemaakte toetsen en vindt de herkansing deel 1 plaats. De herkansing deel 2 vindt plaats in week 6 van semester 2.
Toetsing
Voor het vak Communicatie is de beoordelingsvorm een kennistoets en een gedragsobservatie.
In week 11 vindt de formatieve toetsweek plaats. Voor Communicatie maak je een formatieve kennistoets en doe je een proefgedragsobservatie. De toetsen die je maakt, hebben als doel om jezelf en je docenten inzicht te geven in waar je op dat moment staat. Voor deze toetsen ontvang je geen studiepunten.
In week 18 vindt de toetsweek plaats. Voor Communicatie maak je een kennistoets en doe je een individuele gedragsobservatie gespreksvoering (15 minuten). De toetsen die je maakt, hebben als doel om het vak af te sluiten. Voor deze toetsen ontvang je – als je de toetsen met een voldoende hebt afgesloten - studiepunten.
In week 20 kun je de gedragsobservatie herkansen.
In week 6 van semester 2 kun je de kennistoets herkansen.
Toetsstof
Kennistoets week 11
Alle theorie van week 2 t/m 10. Het belangrijkste is dat je de vragen kunt beantwoorden die in de lesplanner vermeld staan.
Kennistoets week 18
Alle theorie van week 2 t/m 10 en week 12 t/m 17. Het belangrijkste is dat je de vragen kunt beantwoorden die in de lesplanner vermeld staan.
Startbewijs
Het beroepsvak Communicatie semester 1 levert een bijdrage aan het startbewijs van de volgende werkprocessen:
B1-K1-W1
|
Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt
|
B1-K1-W2
|
Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging
|
B1-K1-W3
|
Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden
|
B1-K1-W4
|
Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding
|
B1-K2-W1
|
Werkt aan de eigen deskundigheid
|
B1-K2-W2
|
Werkt aan bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
|
De student kan alleen dan starten met het examen van een werkproces als de student een startbewijs voor dat betreffende werkproces heeft ontvangen.
Het startbewijs per werkproces wordt afgegeven nadat de BPV-oefenopdracht van het werkproces met een voldoende is afgerond en het beroepsvak of –vakken voor dat werkproces met een voldoende is/zijn afgerond.
Beoordelingsformulier
Observatieformulier gespreksvoering (alledaags gesprek voeren) (formatieve toetsweek, week 11)
Benodigde materialen
Traject Welzijn MZ totaallicentie student basis- en profieldelen 1 jaar; ThiemeMeulenhoff