Vakinformatie
Opleiding
|
Maatschappelijke Zorg
|
Locatie
|
ALX, BBL, KJW, RSS, SLP, TBL
|
Crebo
|
AMGGZ 25474
BGZ 25475 BSD 25476 PBGZ 25477 PBSD 25478 TB 25479 |
Cohort
|
2018-2021
|
Schooljaar
|
2018-2019
|
Semester
|
1
|
Inleiding
Als medewerker Maatschappelijke Zorg voer je activiteiten uit met de doelgroep waar je mee werkt. Zo kan het zijn dat je een feestje organiseert voor een jarige bewoner van een verpleeghuis, of dat je iemand in een rolstoel begeleidt bij een wandeling.
Bij het voorbereiden, uitvoeren en afronden van activiteiten maak je gebruik van een methode, zodat je geen belangrijke zaken over het hoofd ziet.
In dit vak leer je methodisch handelen, je leert observeren en rapporteren, en je leert een goede activiteit in elkaar te zetten voor de doelgroep waar jij mee gaat werken.
Plaats in de opleiding
Dit vak bouwt voort op de volgende vakken:
N.v.t.
|
Dit vak bereidt de student voor op de volgende examens:
B1-K1-W1
|
Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt
|
B1-K1-W2
|
Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging
|
B1-K1-W3
|
Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden
|
B1-K1-W4
|
Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding
|
B1-K2-W1
|
Werkt aan de eigen deskundigheid
|
B1-K2-W2
|
Werkt aan bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
|
Leerdoelen
Week 1 t/m 11
1.1
|
De student kan de kenmerken van methodisch handelen benoemen
|
2.1
|
De student kan de 3 fases van methodisch werken beschrijven en toepassen
|
3.1
|
De student kan kennis over begeleiding en ondersteuning toepassen
|
4.1
|
De student kan een professionele waarneming uitvoeren
|
5.1
|
De student kan een professionele observatie uitvoeren
|
6.1
|
De student kan gezondheidsproblemen vroegtijdig signaleren
|
7.1
|
De student kan vertellen wat klinisch observeren is
|
8.1
|
De student kan een schriftelijke en een mondelinge rapportage uitvoeren
|
9.1
|
De student kan kennis over zorginformatiesystemen toepassen bij observeren en rapporteren
|
10.1
|
De student kan omschrijven wat een protocol is
|
Week 12 t/m 18
1.2
|
De student kan de 5 onderdelen van de methodische cyclus beschrijven
|
2.2
|
De student kan een beginsituatie beschrijven
|
3.2
|
De student raadpleegt diverse bronnen
|
4.2
|
De student kan verandering in gezondheid observeren, signaleren en rapporteren
|
5.2
|
De student inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt
|
6.2
|
De student kan een SMART-doel formuleren
|
7.2
|
De student houdt de veiligheid van de cliënt, de groep, en zichzelf in de gaten
|
8.2
|
De student heeft kennis van andere disciplines en houdt daar rekening mee bij het voorbereiden van een plan
|
9.2
|
De student kan een plan uitvoeren
|
10.2
|
De student kan een plan evalueren
|
Studiebelasting
Studiepunten
|
4
|
Aantal lessen per week
|
3
|
Totaal aantal SBU
|
80
|
BOT
|
45
|
BOA
|
6,75
|
OU
|
28,25
|
Opbouw semester 1
Semester 1 is als volgt opgebouwd.
Na de Introweek krijg je gedurende 9 weken les in Methodiek. Elke 3 weken staat een nieuwe, overkoepelende casus centraal.
In week 11 vindt de formatieve toetsweek plaats. De toetsen die je maakt, hebben als doel om jezelf en je docenten inzicht te geven in waar je op dat moment staat. Voor deze toetsen ontvang je geen studiepunten.
In week 12 tot en met week 17 vervolg je de lessen Methodiek. Nu staat er elke 2 weken een nieuwe, overkoepelende casus centraal.
In week 18 vindt de toetsweek plaats. De toetsen die je maakt, hebben als doel om een vak af te sluiten. Voor deze toetsen ontvang je – als je het vak hebt behaald - studiepunten.
In week 19 volg je de Module voorbereiding BPV.
In week 20 ontvang je feedback op de gemaakte toetsen en vindt de herkansing deel 1 plaats. De herkansing deel 2 vindt plaats in week 6 van semester 2.
Toetsing
Voor het vak Methodiek is de beoordelingsvorm een kennistoets en een (video)verslag.
In week 11 vindt de formatieve toetsweek plaats. Voor Methodiek maak je een formatieve kennistoets en een integrale opdracht (dit is de BOA-opdracht week 10). De toetsen die je maakt, hebben als doel om jezelf en je docenten inzicht te geven in waar je op dat moment staat. Voor deze toetsen ontvang je geen studiepunten.
In week 18 vindt de toetsweek plaats. Voor Methodiek maak je een kennistoets en lever je uiterlijk op vrijdag je (video)verslag in. De toetsen die je maakt, hebben als doel om het vak af te sluiten. Voor deze toetsen ontvang je – als je de toetsen met een voldoende hebt afgesloten - studiepunten.
In week 6 van semester 2 kun je de toetsen herkansen.
Toetsstof
Kennistoets week 11
Bij deze kennistoets krijg je vragen over de theorie uit het boek en de opdrachten uit week 1-10. Het belangrijkste is dat je de vragen kunt beantwoorden die in de lesplanner vermeld staan.
Kennistoets week 18
Bij deze kennistoets krijg je vragen over de theorie uit het boek en de opdrachten uit week 1-17. Het belangrijkste is dat je de vragen kunt beantwoorden die in de lesplanner vermeld staan.
Startbewijs
Het beroepsvak Methodiek semester 1 levert een bijdrage aan het startbewijs van de volgende werkprocessen:
B1-K1-W1
|
Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt
|
B1-K1-W2
|
Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging
|
B1-K1-W3
|
Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden
|
B1-K1-W4
|
Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding
|
B1-K2-W1
|
Werkt aan de eigen deskundigheid
|
B1-K2-W2
|
Werkt aan bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
|
De student kan alleen dan starten met het examen van een werkproces als de student een startbewijs voor dat betreffende werkproces heeft ontvangen.
Het startbewijs per werkproces wordt afgegeven nadat de BPV-oefenopdracht van het werkproces met een voldoende is afgerond en het beroepsvak of –vakken voor dat werkproces met een voldoende is/zijn afgerond.
Beoordelingsformulier
Beoordelingsformulier integrale opdracht (formatieve toetsweek week 11)
Beoordelingsformulier (video)verslag (toetsweek 18)
Benodigde materialen
Traject Welzijn MZ totaallicentie student basis- en profieldelen 1 jaar; ThiemeMeulenhoff