Jouw eigen ervaringen met vrijwilligerswerk
Heb je zelf wel ervaring met vrijwilligerswerk, maak dan opdracht A.
Heb je zelf geen ervaring met vrijwilligerswerk, maak dan opdracht B.
Opdracht A:
Wat voor vrijwilligerswerk doe/deed jij?
|
Wat is de reden dat jij vrijwilliger wil zijn?
|
Welke ervaringen heb jij opgedaan door vrijwilligerswerk te doen? Wat vind je van deze ervaringen?
|
Welke vaardigheden heb jij geleerd door jouw vrijwilligerswerk?
|
Wat heb jij door jouw vrijwilligerswerk geleerd aan vaardigheden op het gebied van evalueren?
|
Wat heb jij door jouw vrijwilligerswerk geleerd aan vaardigheden op het gebied van samenwerken met collega’s, andere vrijwilligers enz.?
|
Welke meerwaarde heeft het doen van vrijwilligerswerk voor jou?
|
Opdracht B:
Wat is de reden dat jij (nog) niet de keuze hebt gemaakt om vrijwilligerswerk te doen?
|
Wat vind jij van vrijwilligerswerk?
|
Ga in gesprek met iemand die wel ervaring heeft met vrijwilligerswerk. Bespreek de volgende vragen met deze persoon:
|
Je weet nu wat vrijwilligerswerk voor anderen betekent en hoe dit ervaren wordt. Beantwoord de volgende vragen:
|
Naar boven