Wie en wat binnen de stage-instelling

  • Maak groepen van 4
  • Neem je stage-instelling als voorbeeld.
  • Wie werken er allemaal binnen de instelling?
  • Welke taken vervullen deze beroepskrachten?
  • Welke rollen vervullen deze beroepskrachten?
  • Op welke gebieden wordt er samengewerkt?
  • Bespreek met elkaar welke overeenkomsten en welke verschillen er zijn bij de stage-instellingen.


Verwerk je antwoorden in een verslag van een half A4'tje en plaats dat in het portfolio.

Naar boven
/var/www/bib-mz-albeda.learningmatters.nl