De quiz
- De klas wordt verdeeld in 5 groepjes. Ieder groepje krijgt 1 leervraag. Per groepje worden er 3 waar/niet waar vragen gemaakt over de leervraag.
- Deze vragen noteer je elk op een apart kaartje. Op de achterkant van het kaartje wordt het goede antwoord gezet met een toelichting waarom dit antwoord goed is.
- Deze vragen worden in een pot verzameld. (max 15 min.)
Quiz:
- De ene kant van het lokaal is ‘waar’, de andere kant ‘niet waar’.
- De docent haalt een vraag uit de pot, studenten kiezen of dit ‘waar’ of ‘niet waar’ is.
Het goede antwoord wordt vervolgens toegelicht.