Iedereen krijgt een kaartje met daarop de naam van een klasgenoot.
Je schrijft op het kaartje een kwaliteit van diegene en een punt waaraan jouw klasgenoot op stage moet werken (aandachtspunt in beroepshouding. )De kaartjes van het kwaliteitenspel kunnen in het midden liggen als voorbeeld.
De kaartjes (namen niet zichtbaar) worden in het midden van de kring gelegd. De docent pakt een kaartje en leest kwaliteit en aandachtspunt voor. Wie herkent zich hierin? Leg dat eens uit?
De ‘schrijver’ legt eventueel als niemand zich hierin herkent uit voor wie het kaartje bedoeld was.