Etiquette

  • Bereid de volgende situaties in een rollenspel met een klein groepje voor.
  • Speel de situatie voor de klas uit.
  • Bespreek elk rollenspel na (welke etiquette/ gedragsregels zijn er op de werkvloer/ wat is het belang ervan)


Wat is voor jou een aandachtspunt om aan te werken in de stage? (iedereen heeft aan het eind van de les minimaal 1 aandachtspunt geformuleerd)


Situatie 1

Je komt voor de eerste keer in de groep bewoners van huize ‘Met elkaar’ (ouderenzorg). Je gaat ervan uit dat de werkbegeleider de bewoners heeft voorbereid op jouw komst. Je stapt binnen in de groepsruimte en treft daar enkele bewoners die elk op hun IPhone/ IPad bezig zijn en geen ogen en oren hebben voor jou. 

Wat doe je? Ga je ernaast zitten met je eigen IPhone? Vraag je aan de bewoners hun IPhone weg te leggen? Schakel je de hulp in van de werkbegeleider?


Situatie 2

De werkbegeleider geeft jou feedback op jouw kleding, haarstijl, make-up. Wat kan volgens de afspraken in de instelling wel of (echt) niet? De werkbegeleider onderbouwt de feedback met goede argumenten. Hoe reageer je hierop? (Gebruik hiervoor de outfit zoals je op dit moment aan hebt.)


Situatie 3

Je hebt bij het kennismakingsgesprek aangegeven dat je een kind hebt. De werkbegeleider heeft met jou afgesproken dat bij dagdienst de werktijd begint om 8 uur. Jij dacht: Het zal wel niet zo’n vaart lopen. Ze hebben me hard nodig op de werkvloer; ik kan best wel wat later komen en eerst mijn kind naar de opvang brengen. Hoe verloopt het gesprek met de werkbegeleider?


Situatie 4

Onderzocht is wat tussen collega’s de grootste ergernissen zijn. 

  • Op nummer 3 staat: Slecht feedback kunnen ontvangen (gelijk in de verdediging gaan).
  • Op nummer 2 staat: Luiheid en domheid (vaak zien mensen zichzelf niet als lui en dom; alleen anderen zijn dat. Als je ergens dom in bent, snap je ook niet dat je er dom in bent.)
  • Op nummer 1 staat: Gebrek aan collegialiteit en teamspirit (gericht op in the picture zijn/ scoren en niet op het proces, het praatje bij de koffie, verbinding met elkaar, uitwisselen.)

Stel je voor dat je je bij jouw werkbegeleider aan al deze zaken ergert. Wat doe je dan?


Situatie 4

Tijdens de koffiepauze wordt er stelselmatig geroddeld over de collega’s van de andere afdeling. In het begin heb je er naar geluisterd; je weet dan nog niet zo goed wat de cultuur is in het team. Na enkele weken ga je je er aan storen. Je bespreekt de situatie met de werkbegeleider (die ook bij de koffiepauzes zit). Maar hoe pak je dat aan?


Situatie 5

Je werkt in de verslavingszorg. Met één van de jongere cliënten (van jouw leeftijd) ontwikkelt zich een nauwere band. Jouw werkbegeleider ziet dat gebeuren en heeft jou uitgelegd waarom dat niet mag. Maar wat is er nu mis mee; jullie hebben gewoon dezelfde smaak in muziek en praten daar graag over. De cliënt vraagt om jouw IPhone om de komende uren tijdens dagbesteding naar muziek te kunnen luisteren. Wat doe je?




Naar boven
/var/www/bib-mz-albeda.learningmatters.nl