30 Seconds BPV
Om je te ontwikkelen tot medewerker maatschappelijke zorg, heb je naast het onderwijs op school ook praktijkervaring nodig. Informatie over jouw beroepspraktijkvorming (‘BPV’) is te vinden in de BPV-gids. Om te checken of je voldoende op de hoogte bent van de informatie die in deze BPV-gids beschreven staat, speel je het spel ’30 Seconds BPV’. Dit spel is gebaseerd op het gezelschapsspel 30 Seconds. De kaartjes zijn gebaseerd op informatie uit de BPV-gids.
Spelregels:
-
30 Seconds BPV is een spel waarbij het de bedoeling is dat 2 of meer teams begrippen en woorden gaan beschrijven zonder het daadwerkelijke woord of begrip op het kaartje te gebruiken. De andere spelers uit het eigen team moeten deze woorden/begrippen raden om zo punten te verdienen en als eerste 8 punten te verzamelen.
-
Elke ronde duurt 30 seconden en spelers kunnen maximaal 3 goede antwoorden geven.
-
In elk team worden spelers ‘beschrijvers’ en ‘benoemers’ genoemd. Alle spelers moeten wisselen in beschrijver en benoemer. De beschrijver van een team wordt elke ronde gewisseld.
-
Wat mogen Beschrijvers NIET?
-
Beschrijvers mogen nooit de begrippen of woorden op het kaartje zelf gebruiken.
-
Beschrijvers mogen nooit namen die afgeleid zijn van de naam op het kaartje gebruiken.
-
Beschrijvers mogen nooit ”klinkt als” of ”rijmt op” tactiek gebruiken.
-
Beschrijvers mogen nooit naar letters van het alfabet verwijzen.
-
Beschrijvers mogen nooit iets aanwijzen.
-
-
Let op! De begrippen/woorden zijn genummerd, je moet altijd deze volgorde (1,2,3) aanhouden.
Spelverloop:
- De teams en spelleider worden gekozen.
- Elk team bestaat uit 4-5 personen.
- Er wordt met de dobbelsteen gegooid om te bepalen welk team begint. Het team dat het hoogst gooit begint. Wanneer er 2 teams hetzelfde gooien, wordt er door hen opnieuw gegooid.
- De teams stellen vast in welke volgorde de spelers Beschrijver en Benoemer zijn. De volgorde houden ze het hele spel aan.
- Het team dat het hoogst gegooid heeft begint.
- De speler die die ronde Beschrijver is, pakt de bovenste kaart van de stapel. Op de kaart staan 3 woorden/begrippen.
- De beschrijver moet de begrippen/woorden in volgorde beschrijven, dus eerst 1, dan 2 en daarna 3.
- Een van de spelers zet een timer op het smartbord op 30 seconden. De beschrijver mag pas naar de woorden/begrippen kijken die hij moet beschrijven wanneer de timer is aangezet en er ”start” geroepen is. Dan mag hij beginnen met beschrijven.
- De beschrijver mag de BPV-gids gebruiken om de woorden/begrippen te beschrijven.
- De Benoemers mogen nu hardop hun antwoorden gokken/uitspreken terwijl de beschrijver de woorden/begrippen beschrijft.
- De tijd moet in de gaten gehouden worden door spelers van de andere teams. Deze moeten ”stop” roepen wanneer de tijd voorbij is.
- Per goed geraden woord/begrip krijgt het team 1 punt.
- De BPV-gids mag tijdens het spel ook door je team gebruikt worden (let op samenwerking in je team).
- De gebruikte kaart wordt nu apart gelegd (plaats voor al gebruikte kaarten). Het is mogelijk dat verschillende woorden/begrippen vaker tijdens het spel aan bod komen, let dus goed op bij de andere groepjes!
- Het team dat als eerste 8 punten heeft behaald is de winnaar.