E-in en E-ex vragen

In het beoordelingsformulier van de toets in week 18 staat: Vraagt door op het onderwerp van de ander of snijdt nieuwe onderwerpen aan (E-in en E-ex vragen). Wat zijn dat, E-in en E-ex vragen? Het betreft hier twee soorten exploratieve vragen. (De E staat voor exploratie = onderzoeken). Door vragen te stellen kun je een onderwerp, waarover een ander begint, op twee manieren onderzoeken.


Kenmerkend voor E-in-vragen is dat de vraagstelling aansluit bij wat de ander zojuist heeft gezegd. Je blijft binnen ('in') zijn referentiekader en vraagt door in de 'diepte'. Bijvoorbeeld: 'Hoe bedoel je dat, hoe ging dat dan, wil je dat eens uitleggen, hoe is dat dan voor jou, heeft dat dan ook verdere gevolgen?' Bij het stellen van deze vragen verken je de gedachtewereld van de ander. Wat zijn de motieven, wat zijn drijfveren, waarom doet en denkt hij zo? De ander bepaalt de richting en de inhoud van het gesprek, dus ook wat hij over zichzelf wil vertellen.


Het woord ‘ex’ herken je vast wel. Iedereen heeft wel een ex-vriend(-in). Ex betekent: gewezen, voormalig, buiten. Bij het stellen van een E-ex-vraag stel je een nieuw onderwerp aan de orde. Je treedt buiten ('ex') het referentiekader van de ander. Je gaat als het ware de 'breedte' in. Je laat even liggen waar de ander het over had en verkent de brede context. Jij bepaalt dus de richting en de inhoud van het gesprek. Jouw gesprekspartner is bijvoorbeeld een fanatiek voetbalfan. Daar gaat het gesprek over (E-in). Jij wilt ook weten of jouw gesprekspartner wat heeft met andere (bal)sporten; je gaat de breedte in met het gesprek (E-ex).


Oefening in 2-tallen:

  • Jouw gesprekspartner vertelt dat ze aan …….. (vul zelf in) doet. Probeer op dit onderwerp door te praten door E-in vragen te stellen.
  • Reflectie: Lukte het om bij het verhaal van de ander te blijven? Wat vind je hierin lastig? Wat was het effect van jouw vragen op de ander? Wat zou een E-ex vraag zijn tijdens dit gesprek?





Naar boven
/var/www/bib-mz-albeda.learningmatters.nl