Opdracht Gedragsmeter
In het lokaal wordt een denkbeeldige lijn getrokken. Het ene uiterste van de lijn is 0%, het andere uiterste van de lijn is 100%. Hieronder staan 11 indicatoren genoemd. Schat voor jezelf in waar jij staat op de lijn van 0-100%. De docent maakt een foto van de lijn met de studenten daarop. In week 10 wordt deze opdracht herhaald.
- Ik toon belangstelling
- Ik ben zorgvuldig
- Ik kan goede vragen stellen om een duidelijk beeld te krijgen
- Ik ben nauwkeurig
- Ik gebruik passend taalgebruik
- Ik kan een planning maken
- Ik kan mij aan mijn planning houden
- Ik kan snel werken
- Ik ben accuraat
- Ik kan ergonomisch werken
- Ik gebruik feedback voor mijn eigen ontwikkeling
Focusopdracht:
- Maak groepjes van 4.
- Beantwoord de volgende vragen:
- Wat valt je op bij jezelf? Noem 3 dingen.
- Waar ga jij de komende weken op focussen?
- Welk resultaat wil je behalen?
- Welke actie ga je vandaag ondernemen?
- Welke acties ga je de komende weken ondernemen?
- Hoe weet je dat je je resultaat bereikt hebt?
- Geef elkaar feedback.
- Pas je acties (eventueel) aan.
- Bewaar je aantekeningen goed voor week 10.